
Door: Jan Dalm
Achteraf kijk je een koe in z’n kont, ofwel achteraf is het makkelijk oordelen. Mijn moeder zei dat altijd al zodra ik aangaf dat ik het anders had moeten doen dan dat ik gedaan had. Zij vervolgde dan met: Als je alles van tevoren weet, kun je met een dubbeltje de wereld rond (het was nog de tijd van de gulden).
De voicegate en de daaropvolgende ophef over ongewenst seksueel gedrag heeft mij aan het denken gezet. Ook Cora, de dame uit de vorige column, en mijn fascinatie over haar bilpartij kwam daarbij langs.
Een zoektocht naar de definitie van ongewenst seksueel gedrag leverde het volgende op: Elke handeling met seksuele connotatie die vernederend of bedreigend is en iemands persoonlijkheid, waardigheid of integriteit aantast. Voorbeelden zijn: aanrakingen, intimidatie, ongewenste e- mailberichten, intieme vragen, gluren, aanranding …
Gluren, oeps…! Gelukkig weet zij het niet en heb ik over haar bilpartij geen opmerkingen losgelaten. Dat wil zeggen, niet tegen haar, wel tegen mijn vrienden. Ik heb alleen maar gekeken, het schouwspel speelde zich immers vlak voor mijn neus af. Had ik mijn ogen dicht moeten doen? Dan waren er ongelukken gebeurd. Had ik mijn achterligger voor moeten laten gaan? Dat was voor haar niet anders geweest, mijn medeknarren hebben dezelfde fascinatie. In de kleedkamer werd zelfs met genummerde lootjes bepaald in welke volgorde we achter haar aan zouden gaan lopen. Nummer 1 was de eerste en had gewonnen, hij had immers het beste zicht.
Gluren, oeps…! Gelukkig weet zij het niet en heb ik over haar bilpartij geen opmerkingen losgelaten. Dat wil zeggen, niet tegen haar, wel tegen mijn vrienden.
Moet ik het haar opbiechten? Enerzijds heb ik het gevoel dat ik daarmee het gevoel van veiligheid bij haar wegneem, alhoewel ze van ons als oude knarren niets te duchten heeft. Anderzijds door niets te zeggen houd ik het gedrag in stand, waarbij ze er vroeg of laat misschien achter komt dat wij ons wekelijks aan haar liepen te verlekkeren. Ik worstel daar nu mee. Ik ben bang voor haar reactie waarbij mij conclusie wel eens zou kunnen zijn dat ik het anders had moeten doen.
Ik heb mijn overwegingen gedeeld met mijn medeknarren, ze waren het met me eens. Gevolg is dat bij het loten nu nummer 1 de laatste is. Goedbedoeld, maar feitelijk is daarmee natuurlijk geen reet veranderd.
Als ik eens wat verder achterom kijk, geloof ik niet dat ik me ooit schuldig heb gemaakt aan aanranding laat staan verkrachting. Ik heb daar althans geen actieve herinnering aan. Ja, misschien dat ik in een vlaag van overmoed, of met te veel drank op, iets te lang of te strak heb geknuffeld in een poging te troosten of iemand hartelijk te begroeten.
Wel geloof ik dat ik onder het mom van ‘ondeugend’ weleens opmerkingen maak die tegen het begrip connotatie aanschuren. Er zat er ook één in de vorige column. Ik heb helaas nog weleens de neiging om leuk te willen zijn ….
Toch vraag ik me af of we met de hele discussie over ongewenste seksuele gedragingen ook niet het kind met het badwater weggooien? Leggen we niet op te veel slakken te veel zout? Gaat de omgang met elkaar niet voelen als stamppot zonder jus, als krentenbrood zonder krenten, als een bal zonder pen of een borst zonder plaat? Door de genoemde discussie voel ik met het woordgebruik van bal en borst alweer glad ijs onder de voeten…
Toch vraag ik me af of we met de hele discussie over ongewenste seksuele gedragingen ook niet het kind met het badwater weggooien?
Ik ga elke ochtend altijd verse broodjes halen voor het ontbijt bij de bakker om de hoek. Wij vinden die warme krokante pistoletjes zo lekker. Op een keer vroeg ik aan de bakkersvrouw of ze nog harde puntjes had. Toen ik dat voor het eerst deed, lag ze op de grond van het lachen en moest ik 10 minuten wachten tot ze weer tot bedaren was gekomen. Waarna ik met betraande ogen de broodjes aangereikt kreeg; ik hoefde ze niet eens te betalen.
Connotatie? Ja, zal wel, maar niet met seksuele intenties. Eerlijk gezegd had ik het aanvankelijk zelf niet eens door. En verder ziet de bakkersvrouw eruit alsof ze alles wat niet wordt verkocht zelf opeet. Ik moet er niet aan denken, getver! Het bleek slechts toevallige, maar goed vallende humor. Maar ik had voor hetzelfde geld de bakker achter me aan gehad, gewapend met een deegroller. Ze moet nog steeds grinniken als ik er weer om vraag.
Ik ga wekelijks met mijn vrouw naar dansles. Het is een clubje van 12 paren van ongeveer dezelfde leeftijd. Met regelmaat is daar ook een bloedmooie jongedame van een jaar of 30 aanwezig; zij assisteert de danscoach bij het aanleren van onze danspasjes. Laatst was ze alleen en wilde nog even het ingewikkelde danspasje van de vorige week doornemen. Hierbij vroeg ze ons of iemand het met haar voor kon doen. Ik had dit pasje al onder de knie en diende me daarom aan. Na afloop bedankte ze me en ik zei daarop dat het voelde als een hoogtepunt. Sindsdien word ik door haar gemeden alsof ik de pest onder de leden heb.
Ik ga wekelijks met mijn vrouw naar dansles. Met regelmaat is daar ook een bloedmooie jongedame van een jaar of 30 aanwezig.
Bij de vraag of iets seksuele intimidatie is, blijkt niet de opmerking, maar de ervaring van het slachtoffer leidend te zijn. Dat betekent dat er slechts sprake is van seksuele intimidatie als het slachtoffer het als zodanig ervaart. Dat maakt het er voor een man niet makkelijker op.
Maar ik heb de oplossing: Een Ministerie van Intieme Zaken (MIZ), dat verantwoordelijk wordt gemaakt voor een lijst met korte directieve gedragsregels, die dan vervolgens aangeduid worden met stickers (of borden). Ik denk dan bijvoorbeeld aan:
Verboden verhullende of directe taal te gebruiken omtrent het geslachtsdeel, of zijn -dan wel haar- prestaties.
Voor de gebieden waarin men totaal niet gediend is van welke opmerking dan ook over een geslachtsdeel, humoristisch bedoeld of niet. Als dat in de danszaal had gehangen, had ik de opmerking niet gemaakt. Dan was vooraf duidelijk geweest dat dit niet kon.
Gevaar voor verhullende of directe taal omtrent de buste.
Voor de gebieden waar, slechts met niet vileine humor, gesproken mag worden over de menselijke bovenhelft. Als dat dan bij de bakker hangt weet je dat je het gevaar loopt dat er een gek binnenkomt die vraagt om harde puntjes.
Als je het van tevoren weet, kun je met een dubbeltje de wereld rond.
En o ja …! Vergeet ik bijna … We hebben voor Cora een lange, wijde joggingbroek gekocht omdat we de kleur van haar eigen broek niet mooi vonden. Althans dat hebben we tegen haar gezegd, ze vond het leuk.