
Door: Müge Yalcin
Ik ben 26, een jaar ouder dan een kwarteeuw. Ik voel me jong. Soms ook oud. Steeds vaker vraag ik me af waarom leeftijd, een getal, moet bepalen hoe jong of oud ik ben. Oké ja, tegenwoordig zijn we allemaal woke as ever, en zeggen we uitdrukkelijk dat zomaar een getal niets zegt over onze maturiteit en attractiviteit. De ironie zit hem nu net wel in de steeds meer geforceerde poging deze notie van een numerieke ouderdom los te koppelen van een fysieke en mentale ouderdom. Hoe harder we proberen de leeftijd geen zaak te maken van ons algemeen welbevinden, hoe onrealistischer deze klinkt in de oren. Hoe meer we trachten deze opvatting te benadrukken, hoe twijfelachtiger de echtheid ervan.
Nog grappiger is wanneer wij mensen vertellen dat ze “jonger” lijken dan hun ware leeftijd. Geven we deze persoon dan een compliment of is dit een onschuldige, niet-doordachte belediging? Onlangs nog bevond ik me in een soortgelijke situatie. Ik was op het bureau in Brussel en mijn twee collega’s, die 2-3 jaar jonger zijn, en ik spraken over verjaardagen en het onlosmakelijk verband van ‘de leeftijd.’ Ik vertelde hun dat ik dit jaar 27 jaar word en de reactie – ook non verbaal – die ik daarop kreeg was vrij tragikomisch. Het begon met een ongeloof, vast wel onbedoeld, uitgedrukt in opgeheven wenkbrauwen en een half opengetrokken mond, net niet beduidend rond als een cirkel, gewoon gereserveerd ovaal. Gevolgd door een “amai” en “je ziet er eigenlijk geen 27 uit, je ziet er jonger uit.”
Het duurde even alvorens mijn brein deze reacties kon opnemen, vanwege een blokkade in mijn mentale filterproces. Want wat moest mijn brein nu met deze nieuwe informatie? Ik wist niet meteen wat te antwoorden, ik keek simpelweg even voor me uit, tot er een glimlach van af kon en de woorden “is dit nu een compliment?” over mijn tong rolden. Ik voelde me niet beledigd, want ik ben er helemaal van overtuigd dat deze reacties niet slecht bedoeld waren. Ik realiseerde me gewoon dat ik misschien, onherroepelijk, een leeftijd had bereikt waarop mensen me zullen vertellen dat ik er jonger uitzie dan ik feitelijk ben, of tel. Een bijkomende vaststelling was dat ik deze opmerkingen in een vorig leven, toen ik nog niet bijna- zevenentwintig was, waarschijnlijk ook heb gemaakt tegen mensen die numeriek ouder waren dan ik.
Als je ouder bent dan ‘bijna-zevenentwintig’, dit leest en denkt “aansteller, je bent nog zo jong,” zeg ik graag: “Maar jij ziet er ook jonger uit dan dat je bent, hoor.” Oh en ook: “Leeftijd is maar een getal en zegt niets over hoe jong of oud je bent.” Als dat niet te gemaakt of geforceerd positief klinkt, tenminste. En aan zij, die numeriek jonger zijn dan ik, heb ik slechts één ding te zeggen: “Geniet ervan, want voor je het weet ben je bijna- zevenentwintig!”