
Door: Gerard Oudhoff
Het heelal is isomorf. Dat is een manier om uit te drukken dat alles, overal, ongeveer hetzelfde is. Een van de consequenties daarvan is dat het ook overal wemelt van leven; een deel daarvan ook leven dat het zover heeft geschopt dat je mag spreken van zelfbewust leven. Even voor de duidelijkheid, ik heb het niet over iets dat kan denken, maar over iets dat wéét dat het kan denken. Sinds het ontstaan van het heelal uit wat we tegenwoordig “een singulariteit” noemen, is het steeds groter en complexer geworden. Steeds meer sterren met kernfusie als energiebron, steeds meer stelsels, zoals ons eigen melkwegstelsel, steeds meer clusters van stelsels. Die complexiteit doet zich daarnaast ook nog eens voor in omgekeerde richting; het ontstaan van leven en de doorontwikkeling daarvan in de vorm van levende wezens die zich ieder voor zich van zichzelf bewust zijn.
Op dit moment zijn we beland in een periode waarin de opslag van kennis en de communicatie tussen individuen en de organisatie daarvan zich steeds efficiënter ontwikkelen. De uitvinding van het schrift en de boekdrukkunst waren belangrijke mijlpalen, maar het ontstaan van Internet spant tot nu toe de kroon. Een klopschermpje voor iedereen is binnen bereik en ik denk dat we daarmee alleen maar een tussenstand bereikt hebben, die we ook weer snel achter ons zullen laten. Er zijn cultuurpessimisten die serieus geloven dat we binnenkort met artificiële intelligentie en zelflerende systemen een nieuwe mijlpaal in de evolutie zullen slaan. Ik geloof daar niet in. Ik geloof wel in intelligente systemen en zo meer, maar niet in een kunstmatig zelfbewustzijn.
Er zijn cultuurpessimisten die serieus geloven dat we binnenkort met artificiële intelligentie en zelflerende systemen een nieuwe mijlpaal in de evolutie zullen slaan.
Omdat ik wel geloof in een verdere versnelling van de binnenwaarts gerichte toename van de complexiteit, denk ik ook niet dat verdere vooruitgang zich nog langer langs de lijnen van evolutie of een fokprogramma zal ontwikkelen. Er staat daarom iets nieuws voor de deur. Zonder iets nieuws lijkt het niet te kunnen.
Naar buiten toe breidt het heelal zich nog steeds verder uit. (De jongste inzichten zijn dat die uitdijing zich ook altijd zal blijven voordoen; er zou niet genoeg massa zijn voor een toekomstige samenklontering in de richting van een nieuwe singulariteit). Hoe zit het met de complexiteit, die binnenwaarts gericht is? Zijn wij te zien als een soort eindproduct? Het summum van complexiteit? Beter kan het niet?
Bijna niemand gelooft dat, maar het zou kunnen. In dat geval moet ik mij misschien maar aansluiten bij de klimaatpessimisten. Onze toekomst is dan misschien een krimpende wereldbevolking met op het eind de strijd om de restjes van wetenschap en welvaart. Misschien hebben de christenen dan gelijk en komt iemand ons redden van wat we in al die eeuwen zelf hebben kunnen presteren. Meenemen naar een andere werkelijkheid en verder toekijken hoe het verder gaat met het heelal. Voor andere planeten zal er in dat geval wel een soortgelijk scenario zijn weggelegd. Het heelal is immers isomorf. De werkelijkheid bestaat dan uit (zeg) honderd miljard Calvariebergen met even zoveel kruisen waaraan iemand heeft gehangen die nadien nog even terugkomt om iedereen op te halen.
Misschien hebben de christenen dan gelijk en komt iemand ons redden van wat we in al die eeuwen zelf hebben kunnen presteren.
Als het heelal isomorf is, wemelt het van de bewoonde planeten waar kennis en wetenschap zich ongeveer hebben ontwikkeld zoals dat hier het geval is. Natuurlijk kan het een beetje variëren in de tijd, maar dat kan nooit veel meer zijn dan een tijdsbestek van (zeg) één miljard jaar. De vraag die ik ga stellen is al vaker gesteld: Waarom merken we daar dan niets van? Waarom hangt de ruimte niet vol met schepen, die naar ons onderweg zijn? Waarom hebben wij nooit iets gevonden dat wijst op activiteit van beschavingen die ons zijn voorgegaan?
De tot nu toe gegeven antwoorden en verklaringen zijn niet afdoende. De afstanden zouden te groot zijn. De complexiteit naar binnen toe (de perspectieven voor zelfbewust leven) zijn beperkt. Verplaatsingen in de fysieke ruimte gaan nu eenmaal niet sneller dan de snelheid van het licht. Al deze verklaringen lijken mij een beetje teveel op die van de Christenen. Ik denk niet dat de complexiteit naar binnen toe op enig moment ophoudt zich voor te doen. Ik geloof ook niet in een vertraging, dat is niet logisch. De uitbreiding van de complexiteit naar buiten toe (de uitdijing van het heelal) gaat tenslotte ook steeds sneller. Dat weten we overigens nog niet zo lang en die gedachte is hoopgevend; de toekomst lijkt voorlopig eindeloos.
Tot nu toe bewandel ik in dit stuk de paden van geschiedenis en wetenschap. De aandachtige lezer zal hebben opgemerkt dat ik nog geen afdoende antwoord heb gegeven op de opgeworpen vragen over het tot nu toe ontbreken van groene mannetjes in onze omgeving. Ja, dat ligt een beetje aan mijn onwil om iets te poneren waar ik misschien zelf ook (nog) niet helemaal zeker van ben, hè? Voor je het weet wordt je ingedeeld bij Jomanda of de Jehova’s getuigen. Volgens die sekte zou er al bijna 20 jaar geleden een einde zijn gekomen aan onze samenleving. Ik aarzel nog steeds om er veel concreter over te zijn, maar wat ik denk, hangt samen met het feit dat we toe zijn aan iets nieuws.
Ja, dat ligt een beetje aan mijn onwil om iets te poneren waar ik misschien zelf ook (nog) niet helemaal zeker van ben, hè? Voor je het weet wordt je ingedeeld bij Jomanda of de Jehova’s getuigen.
Kijk, de mens zoals we die op dit moment kennen, is misschien in biologisch opzicht wel op te vatten als een eindstadium in de complexiteit van wat we zelfbewust leven noemen. Toch mankeert er naar mijn mening nog van alles aan, b.v. in termen van moreel besef en kritisch vermogen. We voeren nog volop overal oorlog, we vervuilen onze planeet en we laten hele volkeren creperen. Heel misschien zou het kunnen zijn dat we vooruitgang kunnen boeken met behulp van onze intermenselijke vermogens. Dat zijn op dit moment de koppeling van onze kennis en kunde (misschien ook wel gedragen door artificiële intelligentie, maar in elk geval nu al gewoon het Internet en de steeds sneller en kleiner wordende apparaten (computers en andere interfaces tussen mens en internet).
We gaan misschien toe naar een steeds verdere integratie van onszelf en het wereldwijde netwerk waaraan we de laatste 50 jaar hebben gebouwd. De mens zou tenslotte een deel kunnen worden van dat wereldwijde systeem en op die manier kunnen uitstijgen boven de beperkingen van individuen en de zich somtijds al manifesterende kleinschaliger samenwerking tussen individuen. Natuurlijk past op deze plek in mijn speculatieve betoog ook even de opmerking dat deze ontwikkeling zich natuurlijk ook elders heeft voorgedaan of zich nog in de toekomst zal voordoen. Zelfbewust leven op andere planeten zal eveneens op enig moment integreren in hun eigen versie van een “world – wide -web”, hè?
De mens zou tenslotte een deel kunnen worden van dat wereldwijde systeem en op die manier kunnen uitstijgen boven de beperkingen van individuen en de zich somtijds al manifesterende kleinschaliger samenwerking tussen individuen.
Zo, tot hier aan toe zullen de meeste lezers zich er nog wel toe kunnen zetten om verder te lezen, maar ik ga het nog gekker maken: Ik denk dat ik met mijn speculatieve gedachten over de doorontwikkeling van onze planeet ook het antwoord heb gevonden op de vraag van het waarom van de nog ontbrekende groene mannetjes. Kijk, we hebben al vele malen een complete samenleving op onze eigen planeet verwoest. Met alleen het ergens introduceren van het griepvirus en de kunst van het alcohol stoken, maar ook met onvrijwillige Kerstening en “ontwikkelingshulp” in de vorm van het liberalisme en andere destructieve systemen. Als je dat ook zou toelaten op het niveau van de interstellaire ruimte, zou het opnieuw een zooitje worden. Dat is volgens mij de reden dat we nog niet toe zijn aan contact met andere beschavingen. De inmiddels geïntegreerde planeetsystemen (of zelfs hele zonnestelsels, dat weet ik niet precies) hebben inmiddels een soort gemeenschappelijke (?) conventie ontwikkeld. Het gaat erom, dat wij (en nog jongere systemen), niet nu al te maken krijgen met een geünificeerde soort, die de neiging heeft om ons voortijdig te gaan zitten beïnvloeden.
Het is alleen maar een uit mijn bonte hoofd voortgekomen theorie en ik geef het graag prijs voor een beter idee. Ik ben tot nu toe niets beters tegengekomen. Doet u er maar mee wat u wilt. Ik geef u nog wel even mee dat er enige haast geboden is. Als we doorgaan met denken op het niveau van een primitieve optelsom van individuen, zouden we de hele ontwikkeling wel eens kunnen mislopen. Het heelal gaat dan natuurlijk wel gewoon door, maar dan zonder ons en dat zou ik jammer vinden.