
Door: Jimmy Mars
Tegenwoordig loopt iedereen er straal voorbij. Het is het enige schap dat rond 8 uur ’s avonds in de super nog vol ligt. Zacht melkerig vierkant witbrood. Het compacte, vochtige, kneedbare brood. Geen enkele weerstand als je er een hap van neemt. Nul ruggengraat. In de wijde omtrek geen vezel te bekennen. Memory foam voor de tanden. Het brood dat het verst af staat van brood en het dichtst in de buurt komt van comfort food. Het snoep onder de broden.
Het is het brood dat vroeger mijn ouderlijk huis niet in kwam. Als een vampier geweerd door knoflook. Wij hadden uitsluitend volkoren bruin. Hoe meer licht het absorbeerde hoe beter. Enkel een tint lichter gemaakt door de overdosis pitten en/ of zaden. Het beleg wat al inbegrepen zat.
Ik was dan ook stomgeslagen dat het bij mijn vriendjes wel allemaal kon. Als ik in de middagpauze bij hen bleef eten. Stuk voor stuk hadden zij exclusief Casino wit in huis. Het was het kwaad waar ik mij wel aan moest vergrijpen. Van God los. Klaar om op ieder moment betrapt te worden. Ouders moeten zich afgevraagd hebben of ik thuis wel genoeg te eten kreeg. Iedere snee uit de zak was een nieuwe traktatie. Een missie. Klaar om mijn culinaire creativiteit op bot te vieren. Enkel gelimiteerd door mijn eigen fantasie.
De perfecte bodem voor pindakaas, jam of hagelslag. Gemetseld in een dikke laag Blue Band. Met gezichtjesham of fruithagel. Waarvan het witte brood de kleuren maar al te graag over nam. Zelfs de korstjes mochten aan de kant.
Het was de perfecte ham kaas tosti bovendien. Ideaal als kwast voor ketchup of mayo. Of allebei. Met ernaast een groot glas koude cola of chocomel. Om alles weg te spoelen. Met dit brood op tafel was het altijd feest.
Ik heb vandaag een halfje Casino wit gekocht.