
Door: Amber Dekkers
Er was eens een minister, in dienst van onze staat. Een functie waarbij je regelmatig met je kop op televisie komt. Je hebt zelf wel een mening maar vaak predik je die van een partij, een adviesorgaan of een andere informant die je zelf niet hebt gekozen. Er volgt een opvolgingsverzoek van hetgeen jij predikt áán het volk, vóór het volk. Je werkt in dienst van de democratie, maar tegelijkertijd wordt het opleggen van de 1.5 meter wetgeving je in de schoot geworpen. Wellicht de eerste grote dictatoriale actie die onze overheid kreeg opgelegd: er kwam geen enkel stembriefje of rood potlood aan te pas. Nee, in het kader van de veiligheid en volksgezondheid was snel handelen noodzakelijk, en dus legde de regering het volk de regels en het zwijgen op.
En dát lieve mensen, dat vinden wij Nederlanders niet leuk! Want wij zijn gewend aan een podium. Wij zijn gewend dat onze stem wordt gehoord. Dat ons als éérste wordt gevraagd wat wíj ervan vinden, en dan mogen we – dat gevoel geeft de politiek ons in ieder geval – onze mening duidelijk kenbaar maken, wat wij graag met een rood potloodje doen.
Maar Grapperhaus maakt deel uit van de politiek die ons nu niets vraagt maar ons iets oplegt. Niet fijn lijkt me. En dan hebben we het nog niet eens over de inhoud van de maatregel. Er zijn inmiddels onderzoeken bekend waaruit zou blijken dat het afstand houden waanzin is. Grapperhaus moest ons iets opleggen of hij daar nou achter staat of niet. ‘Tja dat is zijn taak,’ hoor ik u denken. En dat is zo. Die voert hij maar mooi uit, ten overstaan van u, de altijd beter wetende criticus, wonend in dit land. Maar nu heeft diezelfde meneer Grapperhaus zèlf zijn menselijkheid getoond. Een verschrikkelijke fout. Een GRANDIOZE, NIET TE HERSTELLEN, ONVERGEEFLIJKE FOUT, ZELFS OP HET DOODSTRAF-ACHTIGE AF.
Ook ‘de leugen’ is al vaak op tafel gekomen. Het zou volgens Grapperhaus alleen om de bordesscène gaan. Later blijkt dat de héle bruiloft uit ‘foutjes’ bestaat. Iets wat ons volk niet accepteert. Maar is het dan een leugen, of een verschil van inzicht wellicht. Heeft Grapperhaus de overige ‘foutjes’ bewust verzwegen of was hij zich niet bewust van de hoevéélheid foutjes die dag? Het blijft een eindeloze discussie, gebaseerd op meningen en verschillen van inzicht.
Ook ‘de leugen’ is al vaak op tafel gekomen. Maar is het wel een leugen? Of een verschil van inzicht wellicht?
Natúúrlijk heeft Grapperhaus óók zijn best gedaan, net als u en ik. Maar u en ik houden ook geen 1.5 meter afstand. Overigens denken we van wel. In de praktijk is het vaak 0.9 meter of 0.5 meter, maar we vinden echt dat we het héél goed doen! Knap van ons hè? Het liefst willen we applaus. Dat zit in ons systeem. Maar Grapperhaus krijgt dat niet. Die krijgt er van langs. Daar heeft hij namelijk om gevraagd. Simpelweg door de functie van minister te bekleden. Doordat hij de mazzelaar is die dit nieuws aan ons over mag brengen. Ja, dat is een gave vacature hè. Ik zie de kranten al koppen:
“Gevraagd, harteloze, onmenselijke maatregelbrenger. Het liefst zonder geweten en gevoel. De functie is van tijdelijke aard omdat de werkgever (lees: het volk) u toch ongegeneerd afserveert als u (net als dat volk) een foutje maakt. Bent u dus niet perfect, solliciteer dan niet!”
Tot slot hierover nog één ding. Gewoon om uw bewustwording wat aan te wakkeren. Heeft u kinderen? Ja? Beseft u dan dat u élke dag, geen dag uitgezonderd, verantwoordelijk én het grote voorbeeld bent van deze kinderen? En beseft u dan dat de sancties die u hen oplegt niet van veel waarde zijn als u zich zélf óók niet aan de afspraken houdt? Mooi, dat begrijpt u wel. Dan zou ik zeggen: als een ouder haar kinderen regels oplegt (vaak uit bescherming van het kind geboren) en – ondanks het dagelijks prediken van haar woord – zélf volledig de fout in gaat, is AFTREDEN dan de enige oplossing? Of is het volledig afschaffen van de sancties dan het doel? “Het geldpotje tegen het vloeken in huis wordt terug uitgekeerd aan de kinderen omdat de ouder zich zelf schuldig aan dit feit heeft gemaakt.” Laat ik er dit over zeggen: ik vind uw denkwijze heel, héél bijzonder, wanneer u het met het laatste deel van deze alinea eens zou zijn.