Geweld is geweld

Door: Jurriaan Prijs

Onlangs was ik van een afstand getuige van een vechtpartij. Nabij een uitgaansgelegenheid werd een meisje in elkaar geslagen. ‘Wat moest ik doen,’ vroeg ik mij af; alle verhalen van door drank en drugs gek geworden jongeren, steekpartijen, kopschoppers opkomend in mijn gedachten.

Het schreeuwen stopte. Iets later reed een meisje van een jaar of zeventien op de fiets huilend van pijn, vernedering en pure schrik en angst voorbij. Eenzaam en alleen verdwijnend in de donkere nacht, het snikken zachtjes naklinkend over het kanaal.

Het gebeurt dus gewoon in mijn eigen straat, een fatsoenlijke buurt. Zo gaat dat kennelijk, als je naar de mening van een ander iets verkeerd doet, wordt er in het holst van de nacht even met je afgerekend. Leeftijd en geslacht doen er niet toe. Vaak ontstaan daarna geweld vergoelijkende theorieën, het meisje zal wel iets gedaan hebben, wie laat nou zijn kind alleen naar huis fietsen …etc. De aandacht verschuift dus naar het handelen van het slachtoffer en het “incident”, in plaats van naar de daders. Het is traumatiserend om zo jong al te ontdekken dat je niet veilig bent, en geconfronteerd worden met geweld doet iets met je blik waarmee je naar de wereld kijkt.

Een paar dagen eerder waren mijn vriendin en ik bij de dodenherdenking. Daar zijn nauwelijks ouders met kinderen terwijl dit bij uitstek het moment is om de gevolgen van geweld te leren beseffen.

Maar in onze samenleving leren we dat er verschillende soorten geweld zijn, zoals zinloos geweld, uitgaansgeweld, huiselijk geweld, voetbalgeweld en oorlogsgeweld. Door al die verschillende labeltjes wordt elk type geweld anders beoordeeld. De meeste daarvan worden met taal gemanaged, door het te veroordelen. Of een politicus die roept dat het niet meer mag gebeuren en er echt actie moet worden ondernomen.

Opvallend in de toespraak van de burgemeester was dat alle oorlogen en conflictgebieden genoemd werden, behalve het conflict in Gaza, maar dan wel het toenemend antisemitisme. De dodenherdenking is kennelijk niet neutraal en objectief, maar politiek gemotiveerd.

Dat lijkt ook met geweld zo te zijn. De studentenprotesten die aandacht vragen voor het leed van de Palestijnen worden in de media geframed als oproer en extreem gewelddadig, en door populistische en extreem rechtse politici als “puur tuig” weggezet. Voor de burger wordt zo concreet ingevuld welk geweld kwalijk is en welk geweld minder erg is. Overigens waren het Joodse tegendemonstranten die met geweld de protesterende studenten te lijf gingen.

Het door de burgemeester niet benoemen van het conflict in Gaza lijkt een klein dingetje, maar het stelt het leed van Palestijnen als iets onbelangrijks voor. En het openlijk door een PVV kamerlid beweren dat het “geen volk is” marginaliseert deze mensen in het publieke discours. Dit kan door groepen of individuen in de samenleving worden opgevat als een vrijbrief om Palestijnen negatief te gaan bejegenen, immers als een burgervader en Tweede Kamerleden het ook niet de moeite waard vinden …?

En het verschil tussen een Palestijn of “andere Arabier” is voor de meeste van deze individuen niet zo duidelijk. Het is niet het antisemitisme maar Nationaal Socialisme waar we voor moeten vrezen. Het verschillende betekenissen geven door politici aan geweld voor het eigenbelang, houdt onze samenleving bewust onveilig. Zoals de politici van de SPD en De Groenen in Duitsland aan den lijve ondervonden toen zij onlangs door groepen jongeren werden mishandeld om hun politieke kleur.

Geweld is geweld, los van context en zou door niemand geaccepteerd dienen te worden en tot geen discussie moeten leiden.

De huidige tijd doet denken aan een ideologische verschuiving die zo’n honderd jaar geleden begon, en waar steeds verder gaande intimidatie en legitimering van geweld de dagelijkse praktijk werd. En wie kwam er toen nog naar buiten als er iemand in het holst van de nacht werd afgetuigd?

Plaats een reactie