Perspectief of toch niet

Door: Nadieh Koops

Recentelijk las ik The Myth of Sisyphus and Other Essays van Albert Camus. Camus begint hierin met een uitwerking van zijn gedachtengoed over zelfmoord en de zin van het leven, om uiteindelijk te komen tot de mogelijkheid dat er aanvaard moet worden dat het leven geen zin heeft en dat we ons neer zouden moeten leggen bij het absurde van het bestaan.

Hier begint pas het echte thema van de essays: het absurde. Door verschillende perspectieven en vraagstukken aan te raken, wurmt Camus zich een weg door wat het absurde is en wat de waarde van het absurde is. Interessante stukken die zich afwisselen met klakkeloze onzin en uiteindelijk leiden tot een appendix waarin Camus ingaat op het absurde binnen de werken van Franz Kafka.

In eerste instantie lijkt deze appendix niet noemenswaardig, aangezien Camus in de essays al over vele schrijvers en filosofen gesproken heeft, maar toch lag hier het meest noemenswaardige stuk.

Het betreft een passage over een man die aan het vissen was in een badkuip. Een dokter met psychiatrische kennis vraagt aan de man “of ze aan het bijten waren”, waarop de man antwoorde: “Natuurlijk niet, idioot, want dit is een badkuip.”

Hoewel Camus hierbij verder gaat op wat deze passage betekent in verhouding tot de werken van Kafka, denk ik dat er stil gestaan mag worden bij wat de passage überhaupt betekent. Camus schets hier namelijk een redelijk accuraat beeld van hoe de maatschappij in elkaar zit. Er is namelijk een norm, je hoort niet te vissen in een badkuip, en er zijn mensen die waarde aan deze norm hechten, de dokter met psychiatrische kennis. Er zijn echter ook mensen die zich van deze norm afwijken en in dit geval dus vissen in een badkuip.

Binnen de maatschappij worden de mensen die van de norm afwijken vaak gezien als raar, tegenstrijdig, eigenwijs, en zo nog veel meer. In elk geval zitten er vaak negatieve associaties verbonden aan hetgeen dat/diegene die normafwijkend is. En hoewel we nu een eindeloze gedachtegang over wat “normaal” en “gewoon” is kunnen starten, gaat het hier niet om wat “normaal” en de norm is. Het gaat hier om het kijken naar/vanuit een anders perspectief, oftewel cognitieve empathie.

Steeds vaker en zeker de laatste jaren met alle media dat zeer betrokken is tot mensen hun privéleven, valt het op dat een anders perspectief vaak vergeten of als overbodig gezien wordt. Dit is opvallend omdat het perspectief van een ander juist de moeite waard is, want iedereen wilt toch begrepen worden? Waarom proberen we dan niet elkaar te begrijpen?

We nemen steeds vaker aan wat tegen ons gezegd of ons getoond wordt, terwijl er altijd een andere kant of een diepere laag bij komt kijken. Het lijkt wel alsof steeds meer breinen gefixeerd raken in wat er is en er steeds minder kijken naar wat er mogelijk kan zijn. Dit in een tijd waar juist cognitieve empathie en het zien en begrijpen van een anders perspectief verandering teweeg kan brengen.

De dokter had namelijk ook kunnen vragen waarom de man in de badkuip aan het vissen was en de man die aan het vissen was had ook aan de dokter kunnen vragen waarom de dokter dacht dat er echt vissen in de badkuip zaten. Toch gingen ze allebei uit van hun eigen perspectief en vergaten ze die van de ander, waardoor er enkel frustratie ontstond.

Het moraal van dit hele stuk is dan ook om wat vaker stil te staan bij het perspectief van een ander en cognitieve empathie te trainen, om zo je eigen perspectief te vergroten en meer begrip te hebben voor een ander. Want wanneer is iets wat het is en wanneer maken wij iets tot wat het niet is?

Plaats een reactie