‘Wat ben jij dik, hoe durf je jezelf zo te vertonen?’ – ‘Jij bent veel te dun, je zal jezelf vast uithongeren.’ – ‘Kijk die lelijke puistenkop.’ – ‘Zij is veel te lang.’ ‘Kijk hoe klein hij is.’ – ‘Hoe durf je met zo’n dik lijf in een bikini te lopen?’
Achteraf kijk je een koe in z’n kont, ofwel achteraf is het makkelijk oordelen. Mijn moeder zei dat altijd al zodra ik aangaf dat ik het anders had moeten doen dan dat ik gedaan had. Zij vervolgde dan met: Als je alles van tevoren weet, kun je met een dubbeltje de wereld rond (het was nog de tijd van de gulden).
Of we het nu willen toegeven of niet, het benoemen van het negatieve lijkt soms makkelijker dan te zoeken naar de positieve momenten in het leven. Met name in zware tijden; wat voor een ieder van jullie een andere betekenis zal hebben. Maar toch, als we diep graven, zal er altijd wel een sprankje positiviteit ronddwalen. Ook in de meest donkere dagen. En laten we daar nu eens achter proberen te komen.
De uitspraak ‘altijd jezelf zijn’ is er een die we waarschijnlijk allemaal al meer dan eens hebben gehoord, of zelf hebben uitgesproken naar een ander. Het is er een die makkelijk over je tong rolt wanneer iemand zijn of haar onzekerheden bespreekbaar maakt. ‘’Als je maar jezelf blijft.’’
“Ik concurreer met niemand. Ik heb geen zin om het spel te spelen om beter te zijn dan wie dan ook. Ik probeer gewoon beter te zijn dan de persoon die ik gisteren was.” Deze quote van Jenny Perry, vrij vertaald uit het Engels, probeer ik dagelijks toe te passen in mijn carrière. Maar toegegeven, het loopbaan pad is noch rechtlijnig, noch duidelijk uitgestippeld. Eerder beweeglijk met de nodige uitschieters of opvliegers.
Sedert jaar en dag ren ik, als eenieder, vanuit mijn dorpje Molenhoek regelmatig naar Nijmegen om de hamsters van de AH te bemachtigen. Evenals de Chinese prullaria van de Action. Ook de aanbiedingen twee halen liefst drie betalen van het Kruidvat kan ik onmogelijk negeren.
De sloppenwijk Nyalenda is de grootste sloppenwijk van de stad Kisumu in Kenia en strekt zich uit langs de zuidelijke grens ervan. De meeste bewoners wonen in een frame van takken, aangesmeerd met leem of koeienpoep, overkapt met golfplaten. Er is weinig tot geen stromend water in het gebied en armoede is er troef. Elektriciteit wordt door een oude dieselmotor geleverd en met scheve palen in kluwen van kabels doorgelust naar de afnemers. En kinderen, overal kinderen, spelend met zelfgemaakt speelgoed of naakt in een modderpoel. Gehandicapten, verstopt in achterkamertjes omdat dit een schande is. Gebruikers van changaa, -de giftige illegaal gestookte sterke drank in Kenia- verslaafd en verscholen in de vele krochten die de sloppenwijk rijk is.
Laatst werd ik tijdens de persconferentie over de coroneske grappenmakerij geconfronteerd met een term die ik nog niet eerder had gehoord: 2G. ‘Weet jij wat dat is?’ vraag ik aan mijn vrouw. ‘Geen gelul,’ zegt ze. Na wat langer geluisterd te hebben, bleek het te maken te hebben met de nieuwe maatregelen die werden afgekondigd.
We zaten in een kring. “Ik ga jullie straks een voorwerp geven,” zei de trainer. Automatisch hielden we onze hand op in een kommetje, met handpalmen naar boven, om het voorwerp in ontvangst te nemen. Er daalde een diepe stilte neer in het lokaal.
Ik ben me toch een partij verstandig geweest deze week! Dat is gewoon opvallend te noemen. Jammer dat, wanneer ik denk aan verstandig zijn meteen ook het woord ‘saai’ in me op komt. Al ben ik altijd wel iemand geweest die de meeste beslissingen met mijn verstand neemt in plaats van met mijn gevoel. Maar ik denk niet per definitie dat ik heel erg saai ben. Als er iemand is die overal mee naar toe gaat en open staat voor nieuwe dingen, ben ik het wel. En zo braaf ben ik nou ook weer niet. Ik vind wel dat ik leef. Maar ja inderdaad, ik laat ook een hoop dingen schieten door mijn verstand.