Met eigen ogen heb ik in de trapkast kunnen zien hoe favoriet ons adres bij de muizenpopulatie is. Toch wil ik er nog niet aan; ik houd mijn huis altijd goed schoon. Daarom besluit ik de schuld voorlopig bij een ander te zoeken.
Honden vond ik altijd maar lastige beesten. Ik gaf altijd de voorkeur aan katten. Die hoef je niet schoon te maken; daar zorgen ze zelf wel voor. Zolang je zorgt dat er brokjes en water staan, heb je er eigenlijk geen omkijken naar. Nou ja, een kattenbak met van dat droge kattengrit erin is ook wel handig anders moet je toch nog aan het werk, af en toe.
Mijn vriendje is aan de diarree. Echt heel goor. Sorry trouwens, voor deze weinig smaakvolle opening, zo val je als lezer ongewild met je neus in de shit. Helpt het als ik erbij vermeld dat ik met ‘vriendje’ onze liefhebbende viervoeter bedoel? De kat, inderdaad. Bij wie ik ook maar gewoon in dienst ben. Hoor.
Over de aanschaf van een dier dient goed te worden nagedacht en dat blijkt niet altijd te gebeuren. Veelal is er onvoldoende ruimte, tijd of kennis om het dier een goede zorg te geven. Ook wordt de aanvankelijke behoefte naar een dier maar al te vaak een last, waardoor het vervolgens retour wordt gezonden naar het asiel, wordt doorgespoeld in het toilet, of wordt vastgebonden aan een boom.
Als een kudde koeien die maandenlang in een stal hebben gestaan en dan in de wei worden losgelaten. Huppelend en springend. Ze gaan helemaal los. De koeien beginnen van alles te eten tot ze er ziek van worden, halen de gekste taferelen uit en er is geen land mee te bezeilen.
Mijn naam is Coroontje en nee, ik doe niet mee aan het spelletje ‘Wie van de drie’, maar wil me gewoon even voorstellen. Ik ben een dwergschnauzer van nu ruim een jaar en heb in mijn korte leven al heel wat meegemaakt.
Vrijdagmorgen 08.30 uur. De eerste dag dat ik mijzelf verplicht om meer te bewegen. Niet vanwege het ‘te zwaar’ zijn, maar wel omdat ik wat ben uitgedijd tijdens deze coronacrisis. Met mijn voeten gestoken in stevige wandelschoenen sta ik aan het begin van het wandelpad dat mij rondom het meer, wat in een schitterend recreatiegebied ligt, zal brengen. Niet ver vanaf mijn woonplaats. Dit prachtige meer is in de jaren zestig van de vorige eeuw aangelegd, vanwege de noodzaak tot zandwinning in het kader van een ruilverkaveling. De afstand rondom is ongeveer vijf kilometer en de tijdsduur zo’n drie à vier kwartier.
Sinds een paar maanden pas ik op de dikke rode kater van mijn buurman. Hij is enige tijd geleden voor onbepaalde tijd naar het buitenland vertrokken. Siepie wordt hij genoemd, maar hij luistert alleen als hij daar zelf zin in heeft. Momenteel verblijf ik thuis vanwege de intelligente lockdown en ik kan mijn vrijwilligerswerkzaamheden nu niet uitvoeren. De streken en het speelse van Siepie zijn een welkome afwisseling.
De mannetjesdieren in het mensenrijk fascineren mij enorm en niet alleen omdat ze soms woest aantrekkelijk, schathemeltjerijk of uitermate grappig zijn. Nee, dat heeft een andere reden. Het gaat me om de eigenschappen van het mannetjesdier waarbij ik de draad volledig kwijt raak.