
Door: Mara Felicia
Vorige week zag ik hem opeens. Eerst niet, maar ik hoorde wat en keek verschrikt om. Daar zat hij. Of hij mij ook zag weet ik niet, hij leek druk met andere dingen. Telkens als ik een tijdje naar hem had gekeken, keek ik voor de zekerheid maar weer naar mijn mobiel of las wat in een tijdschrift. Keek ik dan weer zijn kant op, dan was hij opeens weg om wat later met hetzelfde ‘lawaai’ weer ongeveer op dezelfde plek te gaan zitten. Steeds leek hij daar weer te gaan zitten en als je ‘m eenmaal zag kon je ook niet meer om hem heen. Zijn donkere huidskleur en het rood/oranje wat hij droeg was niet te missen.
Lees verder!