Vlieg-Angst

Door: Greetje Vagevuur

Zodra mijn vader de krant dubbel vouwde en opsprong, slaakte ik als televisiekijkende puber een vermoeide zucht. ‘Daar gáát ie weer.’
Die aflevering van Loveboat kon ik wel vergeten.

De ene na de andere ‘strontvlieg’ werd met veel tumult geplet tussen het jaren zeventig behang en het voorpaginanieuws. Ik wist niet wat ik viezer vond, een dode of een levende vlieg. En waar máákte die man zich druk om.

Inmiddels weet ik dat. Na die ene verhelderende kampeervakantie. Op zoek naar rust en ruimte streken we neer op een veldje achter een boerderij. De koeien achter de omheining staarden ons dromerig aan. Zo idyllisch. Voor de eerste haring de grond in was geslagen, wisten we al beter. Of het aan de boer lag of aan het tropische weer, geen idee. Feit blijft dat het er stikte van de vliegen.

Een gezellige maaltijd werd een uitdaging. Borden, tafel en bestek, alles lag verborgen onder een krioelende laag glinsterende vleugeltjes. De poging om een hap uit je yoghurtbakje te wurmen en die razendsnel en zonder extra toevoegingen je mond in te werken werd direct verijdeld. Zeker dertig van die ellendelingen pendelden op je lepel mee.

Achteloos hopten de vliegen van de koeienvlaai verderop naar onze boterham en slobberden gulzig van onze jam.

Vanuit mijn slaapzak zag ik hoe de viespeuken tegen de zwaartekracht in omhoog poepten (hoe kan dat?!) en dat onze binnentent, klaar terwijl u wacht, voorzien werd van een folkloristisch stippeltjes-patroon. Ondertussen voerden ze non-stop hun paringsrituelen uit op een van onze ledematen. En daarmee overschreden ze een grens.

Eerder dan gepland pakten we onze spullen en reden terug naar huis. Onderweg bleken we behoorlijk wat verstekelingen mee te nemen. Bij elke sanitaire stop ontsnapte een nieuwe wolk. De diehards vlogen pas bij het uitladen van de auto hun vrijheid tegemoet.

Deze ervaring heeft sporen nagelaten.

Wanneer de eerste vliegen nu ons huis veroveren schiet ik onmiddellijk, gewapend met vliegenmepper, in de ‘Serena-Williams-houding’.
‘Tijd voor een potje vliegminton, jongens!’

Balancerend op een stoel of rennend door de kamer scoor ik juichend punt na punt. Mijn dochters kijken elkaar dan met rollende ogen aan.
‘Daar gáát ze weer.’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s