
Door: Nicole Regelink-Kramers
Mijn naam is Nicole en ik ben een vrouw. Geen persoon die menstrueert, dat heb ik al achter mij gelaten, nee gewoon een vrouw én moeder.
Ik woon op het platteland. Dat is iets voorbij waar de randstad ophoudt. En daar wil ik het graag even met je over hebben Mark.
Vind je het trouwens goed dat ik Mark zeg? We zijn uiteindelijk ongeveer even oud, betrokken burgers van dit gave land en allebei gewoon maar mensen. Genoeg overeenkomsten lijkt mij. Goed, Mark dus.
Maar er zijn ook verschillen tussen ons. Jij hebt geen kinderen, ik wel. Jij woont in de stad, ik niet. En daar zit het ‘m toch denk ik in, waardoor het allemaal spaak loopt, Mark.
Als moeder kan ik de pijn voelen van al die gezinnen die kapot gemaakt zijn door de toeslagenaffaire. Kun je je dat nog herinneren? Dat zal voor jou lastiger zijn, want geen gezin, maar je hebt deze mensen wel heel erg in de steek gelaten hoor. Hier op het platteland zijn wij gewend om naar elkaar om te kijken, voor elkaar te zorgen. Dat noemen we ‘noaberschap.’ Is dat daar bij jullie in de stad anders?
Zo lijkt het namelijk wel. Want nu staan jullie op het punt om wéér een heleboel mensen doelbewust de vernieling in te helpen. Namelijk onze boeren. En waarom toch Mark? Vanwege een rapport of ‘onderzoek’ dat niet eens gebaseerd is op meetbare feiten maar op, verouderde, modellen! Omdat de natuur kapot zou gaan? Waar dan? Die gaat helemaal niet kapot. In de rapporten van de Natura 2000 gebieden staat zelfs dat het meetbaar beter gaat…
Ik vraag mij af, ben je wel eens op het platteland geweest Mark? Ik nodig je van harte uit om eens een weekje bij ons te komen logeren. Dan gaan we samen fietsen, vind ik namelijk ook leuk. En dan kun je met eigen ogen de prachtige natuur hier zien. Dan laat ik je ook kennis maken met een aantal boeren, zodat je weet over wie je het hebt. Misschien ook wel een idee voor je vriendin en collega Sigrid trouwens. Die zal zich wel weer afvragen wie al die mensen zijn…
Daarna gaan we even langs bij wat mensen die in armoede leven. Immers als onze boeren straks verdwenen zijn, zullen we ons voedsel uit het buitenland moeten halen en is het levensonderhoud voor deze steeds groter wordende groep helemaal niet meer te betalen.
En dan hoop ik, beste Mark, dat je ’s avonds in je bed nog eens goed nadenkt over waar je mee bezig bent. Dan zeg ik alleen nog: ‘Welterusten meneer-president, slaap zacht.’
Nou Mark, fijn je even gesproken te hebben. Ik hoor graag wanneer je deze kant op komt, praten we dan verder.
Liefs, Nicole