Nuchter tussen de cokesnuivers

Door: Iris Goudsblom

Net nadat ik al mijn moed heb verzameld om de deur uit te stappen, de gezamenlijke ruimtes in. Weg uit de beschermende warmte van mijn eigen kamerindeling, hoor ik het wilde gejuich van mannenzweet, berenhonger, en zuipmentaliteit. Rust daalt op mij neer. Het begint. Het geluid van droge kelen, scherpzinnige blikken en abrupte ademteugen trekken de stilte uit de kamer.

‘Jij ziet er apart uit.’

Een kleine glimlach ontkiemt zich op mijn gezicht. Ik draai me weg van het aanrecht richting de gesproken woorden. Als ik iets entertainment vind, zijn dat grote zwarte pupillen die beginnen te keuvelen. Er komen weinig zorgen aan te pas. Zijn het complimenten dan neem je ze aan. Voel je je beledigd dan denk je: ‘Waarom zou ik me zorgen maken over iemand die zich alleen zelfzeker voelt met een poedertje in de neus.’

‘Ik houd me bezig met theater, schrijven, en ik schilder soms. Waarschijnlijk zie je dat.’

‘Schrijven?’ Zijn borst keert zich richting de mijne. ‘Waarover?’

‘Jou misschien,’ mompel ik. Maar hij staart gefascineerd naar de lichtjes die dansend in kerstkleuren het plafond bedekken boven mij.

‘Wat?’ zegt hij nog steeds starend. ‘Theater dan. Waar kan ik je van kennen?’

Alsof iedereen die zich bezighoud met het podium direct een grootspeler is. Alsof je de woorden “theater” pas in de mond mag nemen wanneer je binnen dit vakgebied erkend wordt. Ik probeer de vraag weg te wuiven. ‘Alleen van hier, op dit moment,’ zeg ik zacht en vluchtig.

‘Maar je gaat actrice worden?’ vraagt hij, nu met volle focus op mijn ogen. Ik geef mijn vooraf ingestudeerde samenvatting over de vooropleiding die ik vorig jaar volgde. Hoe ik daar heb ontdekt dat er nog vele andere paden zijn om te bewandelen. Een bekend verhaal.

‘Dus jij hebt een heleboel mensen afgelebberd vorig jaar.’

Stilte…

Ik voel de bittere zure geur van wodka en schoonmaakmiddel dichterbij komen. Een fluisterstem: ‘Iedereen had seks met de docent. Daar heb ik over gelezen.’ Ik voel me haast betrapt door de donkerbruine fonkeling tussen zijn fijngeknepen ogen.

Is het een goed onderwerp? Hoe je ongemak moest ervaren om vanuit daar personages te ontwikkelen die diep in jou verborgen zitten. Hoe je moest klooien in je bovenbewustzijn, maar bewust moest zijn over hoe belabberd je je eigenlijk voelde. Hoe er naar je geschreeuwd werd: ‘Speel door! Maak gebruik van je kwetsbaarheid!’ Wanneer je in tranen verstijfd op de bank lag, denkend aan wat je vorige week met je psycholoog had besproken. Nee, eigenlijk was het best gezellig in de groep en heb je best wel wat geleerd. Het zou toch een stukje zeikschrift worden. En seks met de docent heb je niet gehad.

Ik draai me weer richting het aanrecht, vul mijn glas met water en loop naar de woonkamer op zoek naar vragende blikken en verborgen vertelsels die ze in het dagelijks leven wegslikken met hun katerwater. Daar aangekomen observeer ik. De kat uit de boom kijken; niet meteen reageren, maar eerst goed kijken wat er aan de hand is, en op grond daarvan bepalen wat je het best kunt doen of zeggen.

In het midden van de kamer staat een tafel omringt door in elkaar geknutselde stukken bank. Op tafel: Ketamine, 3mmc, xtc, cocaïne, 6apb, wiet, wodka, een omhelsing.

‘Zie je de roze wolk?’

Hij was met me meegelopen.

Ik zie de wolk. Hij is grijs en ruikt naar tabak. Ergens verlang ik naar de geur van liefde. De kleur van overwinning. De warmte van die omhelzing. Ik merk dat ze me niet meer zien. De rust maakt plaats voor enige twijfel. Een dialoog die zich vormt tot groepsdruk. Je bent immers nuchter tussen de cokesnuivers.

‘Slaap lekker mensen.’

Je ziet er toch een beetje apart uit.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s