
Door: Lisa Boendermaker
We zaten in een kring. “Ik ga jullie straks een voorwerp geven,” zei de trainer. Automatisch hielden we onze hand op in een kommetje, met handpalmen naar boven, om het voorwerp in ontvangst te nemen. Er daalde een diepe stilte neer in het lokaal.
“Als jullie het voorwerp hebben ontvangen, nodig ik jullie uit om het te observeren. Niet meteen aankomen, maar slechts te kijken.” Met een klein plastic bakje liep ze de klas rond, en met een lepeltje schepte ze op iedere hand een klein voorwerp. Een beetje beduusd keek ik de kring rond. Er werden blikken uitgewisseld, er was verbazing.
Terug naar de essentie. “Focus,” zei de trainer. “Je bent een mannetje van Mars, en je ziet dit voorwerp voor de allereerste keer. Als je er gedachten over hebt, laat ze dan stromen. Dat geeft niet. Dat mag. Het is juist goed.” Ik tilde mijn hand richting mijn gezicht en keek van dichtbij naar het kleine, roestbruine object dat in mijn licht zweterige handpalm rustte. Het was rimpelig.
“Als je er klaar voor bent, mag je het voorwerp aanraken. Til het op, draai het, en voel de textuur. Wat valt je op? Welke gevoelens heb je hierbij?” Ik hield het voorwerp tussen mijn vingers, hield het tegen het licht. Een klein beetje doorschijnend, ruw en hard van buiten. Voorzichtig kneep ik een beetje. Het leek zacht van binnen. Ik legde het terug in mijn handpalm en voelde een klein beetje vettigheid op mijn vingertoppen achterblijven.
“Nu mag je het voorwerp naast je oor brengen. Welk geluid maakt het?” Ik bracht het voorwerp naast mijn rechteroor en hoorde niets. Tot ik er zachtjes in kneep. Een soppend geluidje. Niet hard. Bescheiden. Een vriendelijk sopje. Maar ook een beetje goor.
“Breng nu het voorwerp tussen je lippen.” Meen je dit? Met lichte weerzin klemde ik het soppende voorwerpje tussen mijn lippen. Het voelde net zo ruw en hard als het eruitzag. Droog ook. “En als je het zo voelt, neem je het in je mond.” Ik telde tot 3. En ik nam het voorwerp op mijn tong, speelde er een beetje mee. Een klein hard ovaal rimpelig balletje.
“Kauw er eens op. Maar een keer. Wat proef je? Had je dit verwacht?” Kauw. Een straaltje zoetigheid. Best veel smaak, voor zo’n klein voorwerpje. En zoals ik al dacht. Hard van buiten, zacht van binnen. “Kauw erop zo vaak je wilt en voel de textuur.” Nog meer zoetige sappigheid en het harde buitenkantje en zachte binnenkantje werden sliertjes. Kauw, kauw, slik. En daar zaten we weer, in dezelfde diepe stilte als voordat de oefening begon.
Na een tijdje verbrak de trainer de stilte: “Wat vonden jullie van deze opdracht? Wat valt jullie op? En wat zijn jullie eerste reacties?” Een tijdje bleef het onwennig stil. Tsja, wat vond ik hiervan?
“Nooit gedacht dat ik naar een rozijn zou luisteren.”