Mijn veerkracht is op

Mijn vriend laat me een fitnessprogramma zien.

Door: Lisa Boendermaker

Het is eind november. Ik ben moe en tel elke werkdag af tot de kerstvakantie. ’s-Avonds ploffen mijn zak chips en ik op de bank. Maar dan ineens word ik ruw uit mijn genotsbubbel gehaald. “Moet je kijken schat, hoe strak zij al zijn na 3 maanden!” zegt mijn vriend terwijl hij me blootstelt aan een Instagram-account met fitnessfoto’s. Het voor-vet en de na-trots overvallen me als een hagelstorm op een warme zomerdag: niet chill. “Een kennis van mij doet dit ook, hij is super positief. Misschien moeten we eens met hem praten.”

En inderdaad, op de eerstvolgende zaterdag staat er een fit en vrolijk ogende mijnheer op onze stoep, samen met zijn trotse vriendin. Na wat beleefdheden over en weer en het inschenken van koffie belandt het gesprek al snel op het fitnessprogramma. De mannen gaan er volledig in op. Sceptisch luister ik naar de verhalen, die me toch wat sterk en aangedikt in de oren klinken. Het lijkt eigenlijk alsof ik luister naar een opsomming van slechte clickbait. Hij begon met dit fitnessprogramma, en wist niet wat hem overkwam! Afvallen met overheerlijk eten, het kan echt! Deze aanbieding is ongelofelijk, doe mee of blijf voor altijd nét te vadsig…

Dan komt ook de voedings-app tevoorschijn, waarin het ‘heerlijke eten’ zou staan. Maar dat blijkt goed verstopt. Afgeschrikt door het saaie menu beland ik samen met onze vrouwelijke gast in een gesprek over het werk, de huizenmarkt en andere interessante zaken. Als we enigszins zijn uitgekletst en in de andere praatgroep de voortgangsfoto’s zijn bekeken en alle ins en outs van het programma zijn besproken nemen we afscheid. “Ik denk echt dat we het moeten doen,” zegt mijn vriend na het sluiten van de voordeur. Dat waait wel over, denk ik nog.

Het lijkt alsof ik luister naar slechte clickbait: ‘Afvallen met overheerlijk eten, het kan echt!’

Zodoende schrijven we ons eind december allebei in voor het fitnessprogramma en zitten we binnen een dag aan de digitale tafel met onze coach: een praktische bodybuilder met op het eerste gezicht weinig empathisch vermogen. Het voorschrift luidt: 4x per week sporten en 4 maaltijden per dag. In mijn oren klinkt het als een tijdsinvestering van 20 uur bovenop een 40-urige werkweek, en dat blijkt het in de eerste week ook wel te zijn. Het maken van een eetschema en het inpassen van de sportmomenten in mijn werkweek blijken een verschrikking. En dan heb ik het nog niet eens over de uitvoering ervan.

Met vallen en opstaan worstel ik me een weg door de eerste week, uitkijkend naar het weekend, waarin een wandelafspraak en een date met een vriendin op het programma staan. Dat zal het leed verzachten. Maar dan gooit het virus roet in het eten. Een besmetting op de werkvloer leidt ertoe dat mijn vriend in quarantaine moet, en ik ga mee ten onder. Door de thuiswerksituatie snak ik naar sociaal contact, waardoor de boodschap dat ook ik thuis moet blijven hard binnenkomt. Met tranen in mijn ogen zie ik mijn fantastische weekend in duigen vallen.

Ik probeer mijn tranen weg te slikken. “Wordt het je allemaal een beetje veel?” vraagt mijn vriend. Daar ga ik dan. In mijn hoofd ga ik de dingen na: een volle werkweek, al een maand of negen thuiswerken, een huishouden runnen, weinig om naar uit te kijken, een fitnessprogramma dat me zwaar valt, een confronterende voor-foto (terwijl ik écht dacht dat ik er best oké uitzag), doelen die ik voor mezelf stel, dingen die ik van mezelf moet, leuke klussen die me worden aangeboden, maar waar ik eigenlijk de energie niet voor heb, comfortfood dat ik niet mag… En dan mag ik in het weekend ook niet eens mijn mama en vriendin zien. Ik nestel me nog wat dieper in zijn armen en laat de tranen los. “Wat is er aan de hand?” zegt hij. “Ik denk dat mijn veerkracht op is,” stamel ik.

Ik nestel me nog wat dieper in zijn armen en laat de tranen los. “Ik denk dat mijn veerkracht op is,” stamel ik.

Tijd om die veerkracht terug te vinden. Als al de kleinste dingen je van het pad kunnen brengen en je overrompelen, dan moet je ruimte te maken. Om wat meer voor jezelf te kiezen en de touwtjes te laten vieren. En dat is nou precies iets waar ik na al die jaren nog steeds niet goed in ben. En velen met mij. Dus deze week ben ik (alweer) begonnen met een schone lei. Ik heb een klus afgezegd, maak geen overuren en luister naar mijn gevoel. Want niet alles wat moet, moet écht. Uiteindelijk ging het ook helemaal niet om het fitnessprogramma. Het ging erom dat er meer energie uit me ging dan dat ik terugkreeg. Het is tijd om dat om te draaien.

Of ik doorga met sporten en gezond eten? Zeker. Maar ik ga niet door met het laten leeglopen van mijn batterij. En ik hoop dat jij dat ook niet doet. Het is niet erg om soms de rem in te trappen en stil te staan. Dit verhaal is een oproep aan mijn omgeving om me daaraan te blijven herinneren, want ik wil het nog weleens vergeten. En een oproep aan iedereen die zich in dit verhaal herkent: denk een beetje om jezelf. Je hoeft niet alle ballen hoog te houden en altijd maar voor goud te gaan. Soms is goed al goed genoeg.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s