Het tuinhuis

Door: Michiel van den Dorpel*

Ik bevind mij op dit moment in een soort tuinhuis, waar ik een week verblijf om de verbouwing van onze badkamer te vermijden. Het is vandaag de warmste novemberdag ever. Daar tegenover staat dat de wind het op zijn heupen heeft. Mijn verblijf bevindt zich op het terrein van de lokale jachthaven. Het is een familiebedrijf, de ouwelui wonen er zelf nog. 

Michiel schrijft over zijn ervaringen met Alzheimer, waarmee hij in februari 2019 werd gediagnosticeerd. 

Net als wij regelmatig meemaken als we op vakantie gaan, lijkt mijn verblijf in eerste instantie niet wat ik ervan had verwacht. Eenmaal gesetteld, went het snel. Het huisje bevindt zich minder dan een kwartier lopen van onze woning. Ik kom elke dag thuis op ‘bezoek’ bij Irene. Wel een gek gevoel. Irene verdedigt het fort en heeft het nadeel van het lawaai van de verbouwing, als ze niet op school is om les te geven. Ik voel me daar niet helemaal oké mee, maar met mijn conditie verkies ik toch mijn toevluchtsoord in de haven. In deze fase van mijn ziekte functioneer ik voor 90 procent (persoonlijke inschatting). In een situatie met veel prikkels, zoals een verbouwing, haak ik af. Ik zoek het dan ook niet op. Cognitief ga ik heel langzaam achteruit, in tegenstelling tot mijn gevoelsleven, waar de prikkels juist sneller binnenkomen. 

Cognitief ga ik heel langzaam achteruit, in tegenstelling tot mijn gevoelsleven, waar de prikkels juist sneller binnenkomen. 

Ik kijk in het tuinhuis veel naar televisie en voel dat, in tegenstelling tot mijn situatie, waarbij mijn leven steeds simpeler wordt, de wereld zich omgekeerd evenredig ontwikkelt. Het virus waarmee we te maken hebben is vette pech, maar het talent van ons mensen om er zooitje van te maken is ongekend. De voorbeelden vliegen ons om de oren: de Amerikaanse verkiezingen, complottheorieën, ontbossing, wapengeweld, een verdeelde EU, de zwartepietendiscussie. Je hoeft geen filosoof te zijn om te kunnen duiden dat we niet goed bezig zijn met zijn allen. De oplossing? Tja, wisten we dat maar. Laat iedereen in ieder geval bij zichzelf beginnen. 

Na (alweer) bijna twee jaar ziektewet, ontvang ik van het UWV een brief over het vervolg. Dat is de WIA, oftewel arbeidsongeschiktheid. Wie had dat ooit gedacht? Het is de zoveelste bevestiging die je niet wilt krijgen. In alle onwetendheid ben je ervan uitgegaan dat het stempel ‘arbeidsongeschiktheid’ niet iets is wat bij een hoogopgeleide manager hoort. WIA? Wat is dat?

Aangezien we (lang geleden) een paar jaar in Spanje gewoond en gewerkt hebben, kom ik bij het UWV terecht op de afdeling buitenland. Deze afdeling regelt dat in Spanje mijn AOW-gat wordt gedicht. Van belang is nu dat ik een formulier invul waarop ik onder andere alle loopbaangegevens moet opgeven, inclusief vermelding van tijdvakken: dag, maand en jaar. Dat heeft wel wat zweet en uurtjes gekost, en nog ben ik niet in staat geweest om alle gewenste gegevens te overleggen. Bureaucratie? Ja. Maar ik klaag niet, want eens te meer besef ik me hoe goed wij het hebben in dit landje. Er wordt voor ons gezorgd! 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s