
Door: Jordi Jansen
Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar als ik niet weet wat er gaat komen zoek ik direct naar dingen waaraan ik kan relateren. Dat gevoel van houvast is fijn. Vooral als de toekomst niet vast staat.
Met de toekomst bedoel ik eigenlijk wat eerder als normaal werd gezien. Door corona is wat vorig jaar nog normaal was, nu helemaal zo normaal niet meer. Best gek: we aanschouwen het verleden nu als de toekomst. We willen terug naar vroeger. Als je opa’s favoriete zinnetje ‘vroeger was alles beter’ toepast op de situatie van nu krijg je bijna spijt van de diepe zucht waarmee je altijd antwoordde op zijn kritische monoloog.
Maar goed, we zitten nu eenmaal opgescheept met dit virus. De resterende vraag luidt dan als volgt: ‘Hoe ga je ermee om?’
Wat vorig jaar nog normaal was, is nu helemaal zo normaal niet meer.
Natuurlijk heeft iedereen een andere manier van omgaan met het virus. De één pakt zijn oude, verwaarloosde hobby weer op en de ander gaat breien. Maar wat vaak weg wordt gezet als bijzaak is muziek. Althans, ik merk dat het het ondergewaardeerd wordt. Vaak dient muziek bij mensen als het stille hulpmiddel. Je luistert onbewust muziek, zonder dat je doorhebt wat het nou eigenlijk met je doet. Over muziek gesproken, iedereen heeft zo zijn favoriete artiesten. Ik natuurlijk ook. Maar de artiest die ik vandaag wil bespreken heeft wel echt iets bijzonders wat ik graag zou willen delen. Ik ben zelf enorm fan van de ritmische woordkunsten van toondichter Erik de Jong, alias Spinvis.
Vage teksten en de speelse manier waarop Spinvis beelden omzet naar woorden, zorgen voor een zelf invulbare visie. Een tekst van Spinvis betekent nooit hetzelfde. Je kunt hem iedere dag weer opnieuw beleven, als een nieuwe ervaring. Waarom dit zo goed werkt? Ik weet het niet, het werkt gewoon. Maar als ik moest gokken, dan gokte ik dat het komt doordat mensen altijd alles op zichzelf willen betrekken.
“Je droomt wel vaker van een feest
Spinvis – Bagagedrager (2002)
Maar hier ben je nog nooit geweest”
Deze woorden. Pas ze eens toe op jouw situatie. Op onze situatie. Want corona raakt ons allemaal.
Goed, ik licht het even toe. Je droomt wel vaker van een feest. Ik droom van een feest. Vaak, elke dag, elke week, elk weekend, altijd. Tenminste sinds maart ongeveer. Maar dan komt het volgende: ‘Maar hier ben je nog nooit geweest’. Het ‘feest’ waar je nog nooit bent geweest. Corona. Het onbekende virus. Het onbekende. Dat is eng. Vind ik. Maar je kunt het ook zien als iets spannends. Een nieuwe ervaring. Een situatie waar je zelf iets bijzonders van moet maken. Door deze kalmerende woorden te horen kreeg ik op een of andere manier een metaforische klop op mijn schouder.
We dromen allemaal van een feest. Tenminste…
Sinds maart ongeveer.
In de liedjes van Spinvis hoor je wat je wilt horen. ‘Je hoort wat je hoort toch?’ Fout: de teksten van Spinvis zijn variabel. Het klinkt gek, maar als ik drie jaar geleden naar dit nummer had geluisterd, had ik er waarschijnlijk een heel andere betekenis achter gevonden. Dat is wat Spinvis met je doet. Het medicijn tegen onzekerheid. En daarmee misschien wel het ‘mentale’ medicijn tegen corona.