De Diagnose #2

Door: Michiel van den Dorpel

Met de in het Fransiscus ziekenhuis voorwaardelijk uitgesproken diagnose Alzheimer kom ik voor een dilemma te staan. Er ligt een aanbieding op mijn bureau voor een interim management opdracht, als directeur van een middelgroot bedrijf. De second opinion afspraak in het Erasmus MC staat al in de agenda. Ik voel mij mentaal niet in staat beide trajecten tegelijkertijd op te pakken. Mijn besluit is het aanbod te accepteren. Dan maar het medische pad uitstellen. Ik annuleer de afspraak met de neuroloog, en start per 1 januari 2018 mijn nieuwe (tijdelijke) baan.

Tip: Deze column is onderdeel van een drieluik. Lees ook De Diagnose #1 en De Diagnose #3.

Een cocktail van onzekerheid, hoge werkdruk en onmogelijke Franse bestuurders waar ik aan rapporteer, brengt me binnen drie maanden op de bank van een psycholoog. Deze wat stoffige, welhaast karikaturale figuur weet mij op geen enkele manier te boeien. We nemen bij gebrek aan gesprekstof na drie sessies afscheid met een antidepressivareceptje. Mijn onzekerheid wordt er niet minder op, en ik maak gênante slippertjes op kantoor. Ik word erop gewezen dat ik vragen stel die al eerder zijn beantwoord en in het bijzijn van twee collega’s vergis ik me door op mijn iPhone iets uit te rekenen met de belfunctie in plaats van met de calculator-app. Tot mijn verbazing wordt mijn contract na zes maanden verlengd. Maar als mijn directe Franse leidinggevende zijn intrek neemt op het Nederlandse kantoor verandert mijn situatie ingrijpend en krijg ik twee maanden later alsnog mijn congé. Rare jongens, die Fransen.

Het is goed zo, een verlossing. En de weg naar het Erasmus MC staat weer wijd open. Vlak voor de kerst en even na de jaarwisseling worden respectievelijk het neuropsychologisch onderzoek en de hersenscan hier herhaald, met in beide gevallen geen substantiële verschillen. Ik vraag me af, ondanks dat er een jaar tussen zit, of het wel nodig is geweest. Een paar weken later wordt met een lumbaalpunctie hersenvocht afgenomen. Deze ook wel ruggeprik genoemde handeling, voelt als een elektrisch schokje: hard en kort. Het valt achteraf mee en ik moet denken aan het versje met de tekst ‘Een mens lijdt het meest van het lijden dat hij vreest’.

Deze wijze spreuk is gelukkig niet van toepassing op mij als we wachten op de uitkomst van de onderzoeken. Het is wat het is en we zullen ermee moeten dealen. Op 21 februari 2019 komt het hoge woord eruit. De diagnose luidt MCI: Mild Cognitive Impairment, ofwel lichte cognitieve achteruitgang. Ja dat wist ik zelf ook wel, maar blijkbaar is dat een officiële diagnose. Moeten we hier nu blij mee zijn? Waarschijnlijk wel. Op de website van Alzheimer Nederland lees ik het volgende: ‘Iemand met MCI heeft problemen met geheugen of met een andere hersenfunctie. Maar hij kan vaak nog zo goed als normaal functioneren in het dagelijks leven. MCI kan een voorstadium zijn van dementie zijn maar dit hoeft niet.’ Met een gemengd gevoel nemen we kennis van mijn hernieuwde status.         

Tip: Deze column is onderdeel van een drieluik. Lees ook De Diagnose #1 en De Diagnose #3.

2 gedachten over “De Diagnose #2

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s