
Door: Michiel van den Dorpel
Als fitte vijftiger ben je normaliter nog niet bezig met het fenomeen sterfelijkheid. Met het onvermijdelijke afscheid van mijn (schoon)ouders en een handjevol te vroeg overleden kennissen in de periferie van mijn sociale netwerk, ben ik er tot nu toe qua verlies niet slecht vanaf gekomen. Maar nu, nauwelijks bijgekomen van het besef de vijftig te zijn gepasseerd, neemt mijn leven een onomkeerbare wending.
Tip: Deze column is onderdeel van een drieluik. Lees ook De Diagnose #2 en De Diagnose #3.
De diagnose die er deze dag onder voorbehoud wordt afgegeven zet van het ene op het andere moment mijn toekomst op zijn kop. Het is niet het lelijke woord ‘Alzheimer’ dat je bij de strot grijpt, maar de impact die het heeft. Ik ga dood! Binnen de kortste tijd dringen zich allerlei denkbeelden binnen, uiteenlopend van de angst om mijn kleinkinderen nooit te kunnen zien tot het dilemma of ik nog wel, als het zover is, met een luier zou willen rondlopen.
De eerste symptomen werden niet door mijzelf waargenomen, of beter gezegd niet bewust, waarbij ontkenning ook een rol speelde. Irene was al lang waakzamer geworden en checkte of ik de sleutel niet in de buitenkant van de voordeur had laten zitten. De cryptoslang die we samen bij de koffie deden gingen steeds moeizamer, en ik kwam uit de kelder met lege handen omdat ik niet meer wist wat ik er wilde halen. Incidenten werden patronen, en Irene wist me uiteindelijk mee te nemen in wat een reis door de medische wereld bleek te worden.
Het is niet het lelijke woord ‘Alzheimer’ dat je bij de strot grijpt, maar de impact die het heeft.
In eerste instantie werd ik door de huisarts naar het Fransiscus ziekenhuis gestuurd, waar we ontvangen werden door een wat saai type, waar de empathie niet bepaald van afdroop. Een neuropsychologische test wees op mentale traagheid en aandachtsproblemen, en ik had een lage score op visueel-ruimtelijk denken. Gelukkig bleek wel de taalfunctie in tact te zijn. Deze uitslag en die van de afgenomen hersenscan bleken bij de nabespreking meer dan genoeg te zijn voor een doorverwijzing naar het Alzheimer Centrum van het Erasmus MC. Het was 6 november 2017, en het voelde alsof er een bom ontploft was!
Op de terugweg was het stil in de auto. Ik was in shock. Er ging van alles door me heen. Vierenvijftig jaar en Alzheimer, dat verzin je niet. Ik ging er naartoe met idee dat het niets zou opleveren. Typisch geval van bagatelliseren. Irene had een andere verwachting. Zij had mij afgelopen jaren steeds minder scherp zien worden, en vreesde al voor het ergste. Ik probeerde nog mijn emoties te onderdrukken, maar eenmaal thuis kwamen de tranen. We hielden elkaar stevig vast.
Tip: Deze column is onderdeel van een drieluik. Lees ook De Diagnose #2 en De Diagnose #3.
2 gedachten over “De Diagnose #1”