De Wandeling

Door: Lisa Boendermaker

Door de crisis is menig vakantieland verboden terrein, maar niet getreurd: de hele zomer lang kun je dankzij de Volkskrant genieten van de mooiste ‘ommetjes’ in Nederland. Nu mijn zomervakantie voorbij is, ik vanwege corona nog steeds aan huis ben gekluisterd en mijn stappenteller op een gemiddelde dag niet verder komt dan de 1500 stappen die ik van mijn bureau naar de wc en de keuken manoeuvreer, leek dit mij een mooie uitkomst om toch ‘in shape’ te blijven. Woonachtig vlakbij ‘het land van walvisvaarders en molenaars’ besloot ik, vergezeld door schoonmoeder (fanatiek doorgewinterd wandelaarster), om vanochtend de stoute schoenen aan te trekken.

‘Wat denk jij, durven we het aan?’ appten we gisteravond nog. De hele dag had het geregend, en ook voor morgen stonden er fikse buien op de radar. Maar op de weermannen kun je tegenwoordig ook niet meer rekenen, zei ik. Die ene keer dat ik thuis bleef omdat er regen voorspeld was en ik me de godganse dag de t**** verveelde kan ik me nog goed voor de geest halen. ‘Morgenochtend staan we gewoon vroeg op en dan zien we het wel,’ was het besluit.

Zodoende stond ik vanochtend om 07:45 scherp naast mijn bed, en wierp ik mijn warme wederhelft, die zich met een gelukzalig kreuntje nog eens lekker omdraaide, een smalende blik toe. Zoals eerder afgesproken in het ‘Wat trek jij aan?’-overleg hees ik me in mijn zwarte yoga-pants. Het zonnetje scheen, met in de verte een donkere zwarte wolk. ‘Dat waait wel over.’ Na een fitgirl-ontbijt met magere kwark, fruit, nootjes en kokos ter compensatie van de Sweet Chili Burger en patat oorloog van gisteravond weer een appje: ‘Ik ben er klaar voor!’

Die ene keer dat ik thuis bleef omdat er regen voorspeld was en ik me de godganse dag de t**** verveelde kan ik me nog goed voor de geest halen.

Om iets voor negenen bereik ik het huis van mijn schoonouders. Mijn schoonmoeder staat in vol ornaat in de deuropening. Aan haar wandelschoenen en outfit is te zien dat ze een professional is. Mijn schoonvader kijkt ons aan met twinkelende ogen: ‘Veel plezier he! En tot straks!’ Het is duidelijk dat hij ons verschrikkelijk onderschat. Gewapend met een outdoor-rugzak gevuld met water, proteïnerepen en een regenjas gaan we op pad. Samen stappen we de auto in, onderweg naar de start van de route: het dorpsplein te Schermerhorn. Hoe verder we onze woonplaats achter ons laten en hoe dichter we bij ons reisdoel komen, hoe donkerder het wolkendek zich samenpakt. Ons plan neemt hier al voorzichtig een andere wending. Maar wij zijn niet van suiker.

Eenmaal aangekomen bij de Grote Kerk, waar we mijn bolide parkeren, worden we verwelkomd door een paar voorzichtige spatjes. De regenjassen aan en gaan. We hebben 17.5km voor de boeg en zijn vastberaden dit te volbrengen. Vol goede moed wandelen we door het pittoreske dorpje naar de eerste stop van de route. Zo nu en dan valt er een bui naar beneden, maar dat mag de pret niet drukken. En zo gaat het eerste uur ongemerkt aan ons voorbij. Al kletsend bereiken we iets later een splitsing. De lucht ziet er dreigend uit en in de verte heeft God zijn gejank al ingezet. We kunnen door, of we snijden af: ‘Wat zullen we doen?’ vraagt mijn schoonmoeder. ‘Wat wil jij?’ vraag ik. ‘Het maakt mij niet uit’ zegt ze. Shit.

Een half uur later stroomt het water in straaltjes over onze jassen naar beneden. We laten ons nog steeds niet kennen. ‘Ondanks de regen heb ik het nog niet koud, en jij?’ ‘Nee, en het heeft ook wel wat, dat Hollandse landschap met die dreigende luchten.’ Mijn sokken soppen in mijn gympies. Ik ga snel eens kijken voor officiële wandelschoenen.

Het water stroomt over onze jassen naar beneden, maar we laten ons nog steeds niet kennen.

In het volgende dorp ontdekken we rond lunchtijd een lokale supermarkt. Het geval heeft twee paden en doet me denken aan een campingwinkel. Op een normale dag zou ik me direct weer omdraaien, maar vandaag omarm ik de droge warme lucht die me tegemoet komt zodra ik binnen stap. Achterin de winkel ontdekken we onderin een van de schappen wat verdwaalde croissants. We kopen er twee en rekenen af. ‘We kunnen beter doorlopen, want anders worden we koud.’ laat ik me adviseren.

Al wandelend werk ik mijn croissantje naar binnen. En dan wordt het onvermijdelijke lot werkelijkheid. Alsof het allemaal nog niet erg genoeg was steekt er een wind op waar je U tegen zegt, en veranderen de regendruppels in regenkegels. ‘Dit had ik echt niet verwacht!’ roep ik uit. We lachen er een beetje om. Van binnen huilen we.

Vijf minuten later zitten we in een plaatselijk café. De gastvrouw heeft ons na wat lieve woorden en een meelijwekkende glimlach voorzien van handdoeken om op te zitten, en om ons zo goed als het kan mee af te drogen. Mijn voeten staan onder tafel in kleine poeltjes water. Mijn schoonmoeder heeft niet zulke poeltjes. Uit haar waterdichte schoenen loopt het reeds verzamelde water niet weg. Ons ommetje is met 11.75km op de teller gestaakt. We zijn midden in het land van walvisvaarders en molenaars gestrand. Schoonvader is al telefonisch opgeroepen en in de auto gestapt om ons op te pikken. ‘Doe maar rustig aan,’ zeggen we. ‘Wij zitten lekker aan de koffie.’

Na een warme douche en wat drinken plof ik thuis op de bank neer. ‘Was het leuk?’ vraagt mijn vriend. ‘Je was zeker helemaal doorweekt!’ ‘Ach,’ zeg ik. ‘Je wilt weleens wat.’ Op mijn telefoon verschijnt een melding: ‘Was gezellig! Gaan we vaker doen!’  

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s