Door: Sophia Jessurun
De vogeltjes fluiten, het zonnetje schijnt. Mijn partner en ik zijn aan de wandel. Na de zoveelste hoogbejaarde op lage snelheid voorbij te zijn gelopen, besluiten wij een zijpad in te slaan. Daar: een wei vol met bloemen en koeienvlaai. De euforie van het vinden van de tuin van Eden moet uiteraard bezegeld worden met een flinke smakkerd. Midden in een potje amandeltennissen, zie ik vanuit mijn ooghoek een aantal voorbijgangers kijken alsof ik koeienvlaai in mijn mond stop.
Waarom worden wij ongemakkelijk van tongschuivende mensen? De Nederlandse televisie wordt toch platgebombardeerd met zoenende stelletjes? En toch voel ik mij ongemakkelijk als ik daar samen met mijn metgezel naar kijk. Waarom is dat?
“Hoe seksueler de openbare ruimte wordt, hoe meer er van wordt afgekeerd,” aldus Inger Leemans, hoogleraar cultuurgeschiedenis. Op het internet en op televisie heerst momenteel een explosie van naaktbeelden. Doordat deze wereld seksueler is geworden, worden wij als tegenreactie preutser in het dagelijks leven. Het tonen van afkeer tegenover tongworstelende stelletjes is dus slechts een gewenste tegenreactie.
Of toch niet? We walgen allemaal van verschillende dingen. De een kan een vettig gasfornuis niet verdragen, terwijl de ander wenste dat sandalen nooit waren uitgevonden. Zo zijn er dus ook mensen die walgen van zoenende mensen.
Maar eigenlijk gaat het nog veel dieper. Het gaat om onze vermeende mensenkennis. Wij prijzen onszelf graag voor het feit dat we de intenties van andere mensen direct doorzien. Uit onderzoek van de Kansas universiteit is gebleken dat men de neiging heeft om en publique The Notebook na te spelen ter verbetering van hun publieke imago. Het zien van zoenende mensen geeft ons dus een gevoel van schone schijn, en alle walging die daarbij komt kijken.
Kortom, de volgende keer dat u mij midden in een openbare ruimte ziet vijzen, weet dan dat ik hard aan het werk ben om mijn publieke status een upgrade te geven en dat ik poog u daar getuige van te maken. Missie geslaagd.