Door: Barbara Boendermaker-Merkelbag
De mannetjesdieren in het mensenrijk fascineren mij enorm en niet alleen omdat ze soms woest aantrekkelijk, schathemeltjerijk of uitermate grappig zijn. Nee, dat heeft een andere reden. Het gaat me om de eigenschappen van het mannetjesdier waarbij ik de draad volledig kwijt raak.
Sommige aspecten van het fenomeen ‘man’ kan ik nog wel volgen en indien nodig naast me neer leggen. Dat is trouwens het resultaat van een heel lang en taai leerproces. Het feit dat mannen van gadgets houden, graag gamen, passief of actief voetballen, bier drinken, niet vies zijn van een flinke dosis grootspraak en er een groot genoegen in scheppen de wc-bril niet omlaag te doen na het onderspetteren van de muren en de vloer in het toilet, zijn daar enkele voorbeelden van. Dit soort triviale zaken zijn het sop en de kool niet waard. Laten we het gezellig houden.
Andere zaken die onlosmakelijk verbonden zijn met het mannetjesdier zou ik voor geen goud willen missen. Zo doen ze vaak hun uiterste best om ons de prinsessenstatus uit onze jonge kinderjaren te laten behouden. Ze houden de deur voor ons open, geven onze jas aan, zetten het vuilnis buiten, rijden ons in hun bolide naar allerlei hippe feestjes (meestal rijden wij dan overigens weer terug, want ja, bier…), vinden ons het mooiste meisje van de wereld en ook niet onbelangrijk, ze laten bij nacht en ontij onze gekoesterde chihuahua’s uit. Wat een heerlijke wezens zijn het toch.
Wat een heerlijke wezens zijn het toch
Echter, sommige natuurlijke gedragingen van onze mannelijke soortgenoten gaan mijn begrip en voorstellingsvermogen volledig boven de spreekwoordelijke pet. Het mannetje ziet zichzelf graag als rationele, stabiele en standvastige kracht binnen het universum. Hij laat zich, in tegenstelling tot het in zijn ogen zwakkere vrouwtjesdier, niet leiden door emoties, hormonen en onzinnigheden als vrouwelijke intuïtie. En daar wringt nu juist de schoen.
Snijd een man af in het verkeer en hij ontpopt zich, als de dader ook een echte vent is, tot een gladiator op de A10. Hij antwoordt met een koekje van eigen deeg, met als gevolg een gevecht op leven en dood waar gaspedalen de bodem raken, middelvingers geheven worden en motoren ronken. De alfa-man in het kwadraat. Wanneer de favoriete voetbalclub het onderspit delft, barsten onze mannen in tranen uit en vechten zich vervolgens een weg door hun verdriet onder het schreeuwen van primitieve leuzen waarbij zij zich even dappere soldaten in een gerechtvaardigde oorlog wanen. Aansluitend wordt de overwinning, respectievelijk het verlies in deze bloedige oorlog, afgeblust met bier en, als het echt meezit, tieten.
In mijn vrouwelijk brein zijn dit soort uitingen van gedrag het resultaat van een te hoog testosterongehalte, een onmetelijke geldingsdrang en een gebrek aan zelfbeheersing. Hormonen en emoties dus! Volgens het mannetjesdier heeft dat er niets mee te maken en is het de taak van de man om op te komen voor zijn rechten en geliefden. Oog om oog en tand om tand! Een rationeel weldoordacht systeem ligt ten grondslag aan dit boeiende fenomeen en ook nog iets met de evolutietheorie of zo. Tja, in de basis blijven het apen.