Door: Lisa Boendermaker
Soms voel ik het zomaar in me opkomen. Als men onnadenkend een dikke brij onzinnigheden naar buiten weet te werken en daarmee mijn tolerantiegrens opzoekt. Wat dat aangaat leven we in een prachtig land. Je mag hier alles vinden, alles zeggen. Maar soms gaan we daarmee ook te ver.
Een mooi voorbeeld: ik scroll door mijn Facebook-tijdlijn en stuit op een thread waarin het ene scheldwoord het andere opvolgt. Genadeloos trappen de discussianten elkaar de grond in. Vooral de klassieke ad hominem doet het goed. Ze zijn het duidelijk niet met elkaar eens. Mag het ietsje minder zijn?
Mag het ietsje minder zijn?
Wat ik het mooiste vind aan de mensheid is dat we allemaal anders zijn. We hebben allemaal een mening: over educatie, over politiek, over ethiek en esthetiek. Etcetera, etcetera. Allemaal mooi en aardig, maar leer jezelf eens aan hoe je die mening overbrengt zonder elkaar naar beneden te halen. Zo vermoeiend.
Eigenlijk schaam ik me op zulke momenten een beetje voor de mensheid. En daar zit ik dan, met plaatsvervangende schaamte op de bank met mijn pluche roze sloffen en mijn kopje winter glow. De criticus die zich niet mengt. De aanschouwer. De stille aanschouwer. Ik moet sterk zijn. Ik verhef mezelf boven deze onzin en laat me niet verleiden te reageren. Want ik weet: silence is better than bullshit.
Het zijn niet alleen de digitale onzinnigheden die me het bloed onder de nagels vandaan halen. Ook de jibberjabber van alledag doet me de nekharen overeind staan. Het is die stortvloed van nutteloze woorden die me mateloos irriteert. Die bende die je van je tong laat rollen zonder na te denken over de noodzaak van het produceren van decibels. Aan de manier waarop je de stilte doorbreekt. Die heerlijke stilte.
Ook de jibberjabber van alledag doet me de nekharen overeind staan
Mooi voorbeeld nummer twee: ik zit in de trein. Een oud echtpaar komt tegenover me zitten. ‘Wat lief, ze zijn vast al heel lang samen, en ze houden nog steeds van elkaar,’ denk ik nog.
En dan begint de waanzin.
“Kijk Els, een hardloper.”
De man wijst naar het gore raam vol vette vingers.
“Waar dan Bert? Ik zie het niet!”
“Daar! Bij die bomen.”
“Nou ik zie echt niks hoor.”
“Nee Els. Nu zijn we er al voorbij.”
Lieve Bert. Jouw lieve Els is waarschijnlijk geboren omstreeks 1950. Van toen tot nu is er veel gebeurd. Denk bijvoorbeeld aan verschillende revoluties, klein en groot, en aan ontwikkelingen in de kunsten en cultuur. Ze heeft al veel gezien en veel beleefd. Els is een vrouw met ervaring. Een hardloper is haar niet vreemd. Ze heeft ze gezien op tv. Ze zag menig atleet finishen tijdens de Olympische Spelen en verschillende kleinkinderen liepen al enige wedstrijden.
Lieve Bert. Gezien al haar levenservaring vindt Els het waarschijnlijk totaal niet interessant om nu juist deze ene hardloper gade te slaan.
Nog het komende anderhalf uur zit ik met de twee opgescheept.
“Kijk Els, een labrador. Een witte.”
Etcetera.
Etcetera.
Els kijkt uit het raam. Het raam aan de overkant. Het boeit haar geen ster. En mij ook niet. Ik kijk met haar mee.
Stilte is een zeldzaam iets. Overal wil iedereen altijd maar alles zeggen. Alles wat mensen denken, maar vooral ook alles wat ze niet denken. En als men niets meer te zeggen heeft, zegt men hetzelfde gewoon opnieuw. ‘Ken je dat verhaal al van die ene keer toen ik tegen hem zei dat…’ Ja.
Mensen willen altijd zeggen wat ze denken, maar vooral ook wat ze niet denken
Mijn moeder zei altijd: ‘als je niets nuttigs te melden hebt, zeg dan maar niets.’ En dat is ook precies wat ik jullie bij deze wil meegeven.
Ik tel tot tien. Adem in, adem uit. Nog even volhouden.
En dan rijdt het kanariegele voertuig het eindstation binnen.
Ik stap uit en adem de stilte.
Voor het Nieuwe Jaar wens ik je een grote portie stilte. Liefst zo van die koude stilte, die voelt extra stil aan.
LikeGeliked door 1 persoon